Wat je niet zegt, maar wel bedoelt
Vaag en abstract taalgebruik was mijn handelsmerk. Ik voelde me bijzonder als mensen geen hoogte van mij kregen. Lange tijd ontleende ik mijn identiteit aan een mysterieus voorkomen. Met als gevolg: onpersoonlijk en oppervlakkige contacten.
Om niet gekwetst te kunnen worden, zei ik niet wat ik bedoelde. Zo konden ze me niets maken, dacht ik. Ik hield anderen op veilige afstand. Ik voelde me leeg en eenzaam. Het gemis van warme, liefdevolle relaties groeide.
Mijn omgeving nam er niet langer genoegen mee. Ze maakten mij duidelijk dat ze de échte Coen wilde ontmoeten.
Het was tijd voor een ommekeer.
Hoe kwetsbaarder je je opstelt, hoe minder kwetsbaar je bent
Tegenwoordig onderhoud ik warme en intieme relaties. Hierbij stel ik regelmatig de vraag: ‘Wat bedoel ik nou eigenlijk?’ Met minder moeite geef ik aan waar ik naartoe wil, wat ik ergens van vind en waarom iets mijn voorkeur heeft.
Ik ben inmiddels een ervaringsdeskundige op het gebied van eenduidig en zelfbewust taalgebruik. Het is tegenwoordig de meest gebruikte vraag tijdens onze trainingen: ‘Wat bedoel je nou eigenlijk?’
Velen maken tijdens hun presentaties geen onderscheid tussen betekenis en bedoeling. Zo praten ze uitvoerig over wat iets voor betekenis heeft. Ze vertellen bijvoorbeeld dat een stoplicht verschillende kleuren heeft, dat je bij rood moet stoppen en bij groen… enfin, het blijft een betoog op betekenisniveau dat oppervlakkig is en aan onderliggende intenties voorbijgaat.
Wanneer je zegt wat je bedoelt, zijn je doelen en drijfveren duidelijk. Het inhoudsniveau maakt plaats voor praten op relatieniveau: je vertelt bijvoorbeeld dat door het gebruik van stoplichten kinderen veiliger naar school kunnen en er minder verkeersruzies tussen automobilisten plaatsvinden.
Als je zegt wat je bedoelt, neemt je presentatie in kracht toe
Ooit sprak ik tijdens trainingen over de technische betekenis van klemtonen, stembuigingen, klankkleur en stiltes. Ik communiceerde op betekenisniveau en hield de communicatie zakelijk en afstandelijk.
Tegenwoordig vertel ik graag wat ik bedoel en spreek ik mijn beoogde doelen uit.
Onze unieke talenten en kwaliteiten bezitten we niet voor niets. Hiermee kunnen we andermans leven makkelijker, leuker, interessanter, eenvoudiger, gezonder, zinvoller en waardevoller maken.
Organisatorische veranderingen
Als je bij een fusie of reorganisatie regels en procedures van bovenaf oplegt, dan jaag je betrokkenen naar de wandelgangen, waar ze de ruimte met de wildste geruchten en roddels vullen.
Geef helder weer welk doel je met de veranderingen voor ogen hebt en benoem je persoonlijke drijfveren. Stel jezelf ter discussie en doe aan zelfreflectie.
Voorstellen om te veranderen zien velen als de zoveelste hype, vaag geklets en ingewikkelde prietpraat. Betrokkenen voelen zich onvoldoende gehoord en hebben vaak zelf heel goede alternatieven.
Weerstand is een vorm van betrokkenheid
Toon bij aanvang van elk veranderingstraject oprechte belangstelling voor andermans bezwaren. Luister met interesse en informeer naar wat ze werkelijk bedoelen. Toon aandacht voor het verlangen achter iemands weerstand. Hierdoor leg je een basis van vertrouwen voor een constructieve samenwerking.
Vraag wat anderen bedoelen en wees dankbaar voor wat zij jou kunnen leren.
Hoe herkenbaar! Eerder waren we samen geeltjes het plakken om ideeën op te doen, tegenwoordig ben je aan het “Scrummen”. Zo ook “Agile werken”, was dat niet gewoon flexibel en efficiënt? Waar is het document gebleven, nu heet dit opeens een “white paper”. Zo kan ik nog wel een poosje doorgaan.
Ik zou iedereen willen oproepen om weer -vooral in het Nederlands- te zeggen waar het om draait, in plaats van allerlei interessante termen te verzinnen voor dingen die al lang bestaan.
Het lijkt soms of we met vernieuwd taalgebruik willen voorkomen dat we elkaar begrijpen… Of dat we bang zijn niet van ‘deze tijd’ te zijn.
Zo roept Jan ‘s morgens bij het ontbijtnieuws op om op Instagram stories te checken 😉